Renners in de grote oorlog wiki
Registreer
Advertisement



René Delaunay[]

Biografie[]

La Lanterne 1912-06-11

La Lanterne, 11-06-1912

L'Auto-vélo 1917-11-28

L’Auto-vélo, 28-11-1917

Delaunay Rene OVL

Mémoire des Hommes

René Georges Delaunay werd geboren op 9 januari 1895 te Reims (Marne). Hij was lid van de Société Sportive de Sureses en van de Amicale Sportive Indépendante. Delaunay was voor de oorlog bij de betere amateurs en manifesteerde zich vooral in wedstrijden in de regio Parijs.

René Delaunay was sergeant (bombardier mittrailleur) bij de 2de Luchtgroep, Eskadron V-109 in een Voisin-vliegtuig. Hij behaalde zijn vliegtuigbrevet 2 oktober 1916. Hij werd samen met zijn piloot, onderluitenant Robert Ravarin, gedood tijdens een nachtbombardement op 3 september 1917 in de omgeving van Lichtervelde (België). Het overlijden van Delaunay werd vastgesteld door de rechbank van de Seine op 15 september 1921 en overgeschreven in de registers van het 4de arrondissement van Parijs op 19 oktober 1921. Hij kreeg de eervolle vermelding “Mort pour la France”.

Het verhaal over het overlijden van de twee Fransen loopt als volgt: "Een van de meest spectaculaire aanvallen op het hele stationscomplex is de nachtelijke luchtraid van de Franse vliegers Ravarin en Delaunay (Escadrille Voisin 109) op 4 augustus. Er staat op dat moment een Duitse munitietrein op een rangeerspoor in het station. De Fransen zien hun kans om hun bommen te droppen. de gevolgen laten zich raden maar zien niet te overzien. Pas 's anderendaags wordt het duidelijk hoeveel schade is aangericht. De ontploffing is zo hevig geweest dat de spoorstaven uit hun bedding gerukt zijn. Brokstukken worden vier, vijf huizen ver gekatapulteerd. Bij de familie Debusschere in de Kortemarkstraat is zelfs een brokstuk van een wiel door het raampje boven de voordeur naar binnen geslingerd. Op de hoeve van Richard Declerck op de Pompoenhoek breekt brand uit en worden zes koeien gedood. Van de uitgebrande spoorwegwagons rest niet meer dan een hoop verwrongen ijzer.
Enkele weken later, in de nacht van 2 op 3 september, voert het tweetal een nieuwe aanval uit. Dit keer slagen zij niet in hun opzet. Zijn ze door de Duitse luchtafweer neergehaald, of hebben ze motorpech gehad, het is niet te achterhalen. Eén ding is zeker: hun toestel, een Voisin, stort brandend neer in een veld iets ten oosten van de Stegelstraat. De munitie die ze nog aan boord hebben, ontploft enige tellen later. Beiden komen ter plaatste om. Wanneer 's anderendaags de vlammen gedoofd zijn en men het neergestorte vliegtuig kan benaderen, liggen er overal brokstukken en verhakkelde lichaamsdelen van de verongelukte piloot en van zijn boordschutter. De Duitsers laten de stoffelijke resten twee dagen liggen, blootgesteld aan de septemberzon en overgeleverd aan de nieuwsgierigheid van de soldaten. Uiteindelijk worden de grootste stukken in aardappelmanden verzameld. Alles wordt in één Duitse munitiekist en zonder enige ceremonie op de militaire begraafplaats in de Torhoutstraat in de grond gestopt. Wat de Hoets (boeren) in hun aardappelveld nog vinden, begraven ze ter plekke.
Het voorval doet in Lichtervelde nogal wat stof oplaaien. Allerlei geruchten doen de ronde. Sommigen menen te weten dat die Ravarin niet de eerste de beste was; dat hij uit en vooraanstaande Parijse familie stamde. Anderen zeggen dat hij aan tering leed. Dat hij steeds de gevaarlijkste opdrachten aannam omdat hij liever op het slagveld dan op een ziekbed wilde sterven. En dat hij zijn waaghalzerijen nu met de dood had moeten bekopen. Hoe dan ook, de bevolking is verontwaardigd over de weinig ridderlijke houding van de Duitse plaatscommandant die de beide vliegeniers als honden heeft laten begraven.
In 1921 worden de twee Franse vliegeniers, Robert Ravarin en René Delaunay, naar hun definitieve rustplaats gebracht. Door toedoen van ex-senator Fleury Ravarin, vader van één van de gesneuvelden, worden hun stoffelijke resten opgegraven en van elkaar gescheiden. Waar ze uiteindelijk terechtkomen is niet bekend. Ravarin wilde, als hij zou sneuvelen, op het Parijse Père Lachaise begraven worden, maar is daar nooit geraakt. Van Delaunay ontbreekt elk spoor." (1)


Uitslagen[]

1912[]

  • 10-06-1912: 12de Champigny – Soignoles -Champigny (50 km), débutants (G.S.M.S. )
  • 08-09-1912: deelname Championat G.S.M.S., brevet de 100 km

1913[]

  • 31-08-1913: deelname aan snelheidswedstrijd van G.S.M.S., Piste Municipale
  • 31-08-1913: deelname aan scourse de débutants van G.S.M.S., Piste Municipale
  • 31-08-1913: 10de koppelkoers (met Paul Peugène) van G.S.M.S., Piste Municipale

Bronnen[]

Advertisement